Volg ons:

Budgetplafond: Effectieve Kostenbeheersing of schijnmaatregel?

Het streven naar ‘meer doen voor minder geld’ stond centraal bij de decentralisatie in 2015. Gemeenten kregen nieuwe taken toebedeeld, maar werden tevens geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen. In 2026 krijgen gemeenten weer minder inkomsten van het Rijk. Is het gerechtvaardigd van het Rijk te verwachten dat gemeenten maatschappelijke problemen oplossen met beperkte financiële en personele middelen? Accountantsbureau BDO verwacht dat er in 2026 een gezamenlijk begrotingstekort is van 1,1 miljard bij de Nederlandse gemeenten [1]. Deze tekorten zullen onvermijdelijk leiden tot nieuwe bezuinigingen bij gemeenten in de zorg. In deze context rijst de vraag of het budgetplafond een oplossing biedt of slechts een schijnmaatregel is. Dit artikel neemt u mee in de positieve effecten en de risico’s.

Een budgetplafond bepaalt vooraf het bedrag dat zorgaanbieders mogen besteden, met als doel om in gezamenlijkheid met gemeenten de kosten beter te beheersen zonder de kwaliteit van zorg te belemmeren.
Aan de voorkant vergt het budgetplafond om goede afspraken te maken tussen gemeenten en zorgaanbieders met als doel de effectiviteit en doelmatigheid van het budgetplafond in combinatie met de te leveren zorg te waarborgen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld als hulpmiddel contractstandaarden gebruiken bij het instellen van een budgetplafond passend binnen de gemeentelijke beleidskeuzes en vastgestelde begroting. Hierbij kan gedacht worden aan het opnemen van de volgende elementen: 

  • wachtlijsten;
  • mogelijkheid voor hulpverlening aan hulpbehoevende na het bereiken van het budgetplafond;
  • afspraken over tussentijdse wijzigingen met betrekking tot het budget.

 

Door deze elementen vooraf te bespreken en op te nemen als contractstandaard is het mogelijk om proactief te het contract te managen, ook als er gewerkt wordt met een budgetplafond.

Bewustwording uitgaven zorg
Iedere vorm van bekostiging brengt bepaalde prikkels die van invloed kunnen zijn op het handelen van de zorgverleners. Dat kan invloed hebben op de doelmatigheid en inzet van de zorg. Een budgetplafond kan als doel hebben om een gezamenlijke bewustwording te creëren bij gemeenten en zorgaanbieders, over de uitgaven in de zorg. Als zij door een budgetplafond bewuster kijken naar de uitgaven en welke zorg geleverd moet en gaat worden, kan dat onnodige zorgkosten voorkomen. Daarbij zorgt goede monitoring van de uitgaven mogelijk ook voor inzicht in de vraag. Als het budgetplafond te snel bereikt is dan geeft dat aan dat er meer vraag naar zorg is dan vooraf ingecalculeerd is. We kunnen het gecreëerde inzicht en de bewustwording van uitgaven zien als positieve effecten van een budgetplafond waarbij gemeenten en zorgaanbieders gezamenlijk moeten optrekken. Gemeenten denken daarbij vaak dat ze niet meer kwijt zijn dan het plafond omdat er geen open einde constructie meer is. Dit vermeende voordeel geeft daarmee grip op de kosten. Je zou kunnen stellen dat effectieve kostenbeheersing kan worden bereikt door een budgetplafond. Toch blijkt het nog wel een uitdaging om de monitoring ook proactief toe te passen in de praktijk.

Uitgestelde zorg is uitgestelde kosten
Na het spreken van diverse contractmanagers uit het sociaal domein en een aantal zorginstellingen blijkt dat in de praktijk een budgetplafond kan resulteren in het niet leveren van de (wettelijk) vereiste zorg, omdat   zorgaanbieders geen zorg leveren indien dit door het bereiken van het budgetplafond niet ingezet mag worden en gemeenten om die reden geen toewijzing afgeven. Dan kan geen rechtmatige zorginzet plaatsvinden. In de praktijk zien we dat gemeenten aanbieders aansporen om toch wel zorg te leveren ondanks dat het  budgetplafond al bereikt is. De zorgplicht en de maatschappelijke druk zetten gemeenten hiertoe aan. In sommige gevallen kan het budget wel verruimd worden, al is het overlegproces tijdrovend en niet in het belang van de hulpbehoevenden. Daarbij wordt er ook vaak te laat ingegrepen en maken aanbieders pas melding als het budgetplafond bereikt is of bijna bereikt is. Oorzaak kan zijn dat aanbieders slecht kunnen prognosticeren of en wanneer het plafond is bereikt. Het principe dat iedereen die zorg nodig heeft en deze tijdig moet ontvangen, komt in gevaar door uitgestelde zorg. Dat kan op de lange termijn leiden tot hogere kosten vanwege verergering van klachten. Dit kunnen we beschouwen als uitgestelde zorg, met corresponderende uitgestelde hogere kosten. Dan toch een schijnmaatregel?

Kortom, de vraag blijft of het  instellen van een budgetplafond op de lange termijn de beoogde kostenbesparingen voor gemeenten oplevert en of het daadwerkelijk bijdraagt aan de zorgkwaliteit die hulpbehoevenden verdienen. Toch is het te simplistisch om te stellen dat een budgetplafond puur gericht op kostenbesparing een schijnmaatregel is. Gezien de complexiteit van belangen in de zorg en het grote aantal betrokken partijen, blijkt het vinden van een balans tussen kostenbesparing en het leveren van kwalitatief goede zorg een uitdagende opgave.

 

[1] Benchmark Nederlandse Gemeenten 2024 | Download. (2024, 23 januari). https://www.bdo.nl/nl-nl/nieuws/2023/bdo-benchmark-nederlandse-gemeenten-onwerkbaar-financieel-perspectief-voor-gemeenten-24-ps-dzb-bm-ge

 

Deel dit bericht:

Meer kennis